De altijd onverstoorbare hindoegodheid Shiva met zijn acht armen wordt lastiggevallen door een vlieg. Dat kriebelt. Kleine onopvallende bewegingen verjagen het beest niet. Dus gaat Shiva in toenemende razernij steeds heftiger tekeer om zijn kwelgeest te elimineren. Dat kan niet goed aflopen. (4:17)